Adobe Photoshop en Adobe Illustrator hebben enkele overlappende eigenschappen. Echter zijn deze twee programma’s haast niet met elkaar te vergelijken. Ontdek de belangrijkste verschillen tussen de twee en kom je erachter welke software je het beste kiest.
Het grootste verschil is waarmee je werkt. Afbeeldingen die je opmaakt in Photoshop bestaan uit een raster, beter bekend als pixels. Dat wil zeggen dat je beeld opgemaakt is uit honderden kleine gekleurde puntjes naast elkaar. Illustrator daarentegen werkt met vectors. Een vector is een lijn tussen twee coördinaten x en y. Waarom dit belangrijk is, heeft allemaal te maken met de schaalbaarheid van je werk.
Je bent het waarschijnlijk al eens tegengekomen. Je wilt graag een afbeelding vergroten, maar wanneer je dit doet, merk je op dat de afbeelding helemaal wazig is. Dit komt omdat er gewerkt is met pixels. Pixels zijn niet schaalbaar. Wanneer je een foto vergroot of verkleind, zal de foto zijn kwaliteit verliezen. Vectors zijn wel schaalbaar. De kwaliteit van de afbeelding zal zich, ongeacht de grootte ervan, mee aanpassen.
De vorige twee punten zorgen ervoor dat het verschil tussen de twee programma’s terug te vinden is in de basics. Photoshop, een grafisch beeldbewerkingsprogramma, kan je voornamelijk raadplegen wanneer je een foto moet bewerken. Deze heeft een vast formaat en zal niet van grootte moeten veranderen. Illustrator is dan weer het ideale programma om zaken zoals logo’s en illustraties mee te ontwerpen. Dankzij de handige schaalbaarheid van vectors, blijft de kwaliteit van je ontwerp optimaal.
Photoshop kan je het beste gebruiken wanneer:
Illustrator gebruik je wanneer:
Klaar om jouw grafische skills naar een hoger level te tillen? Praat gerust eens met Geerte.
Let’s talk!