Adobe Photoshop en Adobe InDesign zijn al een tijdje de big two van Adobe. Beide hebben hun eigen charmes. Maar wanneer kies je het best voor Photoshop en wanneer grijp je naar InDesign? Kom er in deze blog achter.
Photoshop is voornamelijk te gebruiken om afbeeldingen te bewerken, het opmaken van documenten wordt sterk afgeraden. InDesign is aan te raden voor het werken met meerdere pagina’s zoals een magazine. Dankzij de functie van automatische paginanummering is InDesign de ideale software om hiervoor te gebruiken. Daarnaast geeft InDesign de lay-out van je toekomstig werk meteen weer. Zo weet jij welke pagina’s naast elkaar komen en geeft het je de kans om hier creatief mee aan de slag te gaan.
Een andere reden waarom je beter InDesign gebruikt voor zaken zoals een magazine komt door de hoeveelheid tekst. InDesign biedt je de mogelijkheid om je tekst makkelijk op te maken. Je kan verschillende stijlen opslaan waardoor je met één muisklik de opmaak kan toepassen. Zo kan je snel en makkelijk je werk vormgeven. Daarenboven werkt InDesign aan de hand van vectors (enkel de teksten), net zoals Illustrator, in plaats van pixels, zoals Photoshop doet. Dit zorgt ervoor dat de tekst die je gebruikt in je werk duidelijk blijft, ongeacht de grootte waarin het wordt afgedrukt. Aangezien Photoshop werkt met pixels kan je deze beter inzetten voor het bewerken van afbeeldingen.
Een van de sterkste punten van InDesign zijn de parent pages ofwel stramienpagina’s. Alles wat op een stramienpagina geplaatst wordt, keert terug op alle pagina’s. Zeer handig om bijvoorbeeld de plaatsing van paginanummers te bepalen of om je logo op te plaatsen. Zo ben je zeker dat een wederkerig element consequent terugkeert. Photoshop maakt hier geen gebruik van. Als je Photoshop zou gebruiken om meerdere pagina’s te ontwerpen, moet je werken met artboards.
Photoshop kan je beste gebruiken wanneer:
Je kiest best voor InDesign wanneer:
Klaar om jouw grafische skills naar een hoger level te tillen? Praat gerust eens met Geerte.
Let’s talk!