Workflow

Catena Company ondersteunt brandowners die zelf hun visueel marketingmateriaal willen maken, beheren en communiceren.

Meer info

Digital Asset Management

Een goed Digital Asset Management (DAM) systeem maakt alle bestanden beschikbaar en doorzoekbaar.

Meer informatie

Dynamic Data Publishing

Met Dynamic Data Publishing versnel je het creatieproces van je marketingmateriaal en doe je dat efficiënt, foutloos en schaalbaar.

Meer informatie

Customized Automation

Via maatwerk kunnen middleware oplossingen worden ontwikkeld die de missing link vormen tussen verschillende 3th party systemen.

Meer informatie

Omnichannel publishing

Bouw je verhaal op één plaats, publiceer het op uiteenlopende mediatypes. Omnichannel Publishing bespaart tijd, kosten en frustraties voor elk type bedrijf.
Meer informatie

12 augustus 2019

10 designtermen die je moet kennen

Natasja Van der Jonckheyd
Digital Marketeer bij Catena Company

Elke medewerker in een marketingafdeling heeft wel eens te maken met specifieke vaktermen of een bepaald vakjargon. Ook grafisch vormgevers, waarmee je mogelijks mee samenwerkt, gebruiken bepaalde vaktermen die misschien je petje te boven gaan. Om beter met hen te communiceren, geven we je een duwtje in de rug met deze 10 vaktermen.

1. CMYK of RGB

CMYK en RGB zijn kleurruimtes die een manier aangeven waarop verschillende kleuren zijn opgebouwd. De CMYK kleurruimte wordt gebruikt voor drukwerk en staat voor Cyaan, Magenta, Yellow en Key (Black). Door deze 4 basis inkten te mengen in verschillende hoeveelheden ontstaan er verschillende kleuren. Denk bijvoorbeeld aan de inktpatronen in printers.

Elke kleur kan dus bestaan uit een bepaald percentage C, M, Y en K. Hebben deze 4 kleurenwaarden een percentage van 100%, dan krijg je volledig zwart, hebben ze 0%, dan is de kleur wit.

Daartegenover heb je RGB en het staat voor Red, Green en Blue. Deze kleurruimte beschrijft geen kleuren op basis van pigmenten, maar op basis van 3 kleuren licht. Denk aan 3 bureaulampen die op hetzelfde oppervlak licht geven, met in de eerste lamp de Red kleur, in de twee Green en in de derde lamp Blue. Door de lampen meer of minder te dimmen of te versterken ontstaan verschillende kleuren. RGB kleuren worden uitgedrukt in waarden van 0 tot 255. En hierbij zijn de resultaten van de waarden net het tegenovergestelde dan bij CMYK. 0 in elke waarde geeft zwart (totale duisternis), 255 in elke kleur geeft perfect wit (licht). Deze kleurruimte wordt gebruikt voor bestanden die hun toepassing vinden op het web, schermen, smartphones, …

Belangrijk om te weten is dat het CMYK-spectrum (het max. aantal mogelijke kleuren) niet zo groot is als bij het RGB-spectrum. Hierdoor zijn er dus meer kleurcombinaties mogelijk in RGB, dan in CMYK. En een specifieke kleur die op je scherm getoond wordt, zullen niet altijd hetzelfde resultaat geven in print. Zo kunnen bijvoorbeeld felle kleuren niet gedrukt worden met CMYK. Het is dus belangrijk voor een designer om een logo in CMYK- of RGB-kleurenruimte aangeleverd te krijgen, afhankelijk waarvoor hij/zij het nodig heeft.

2. PMS kleuren

PMS staat voor Pantone Matching System. Kortweg wordt deze ook wel gewoon ‘Pantone’ genoemd, of ‘steunkleuren’. Omdat niet alle kleuren kunnen worden weergeven door het mengen van de 4 basisinkten (CMYK), kan er worden gebruik gemaakt van bijkomende inkten. Al deze inkten hebben een eigen nummer en maken dus geen gebruik van het CMYK-principe. Elk nummer is dus één specifieke kleur/inkt. Naar welke drukker je ook gaat, de door jouw gekozen PMS-kleur zal altijd dezelfde zijn (afhankelijk natuurlijk op welk papier je ontwerp zal gedrukt worden). Zij worden apart toegevoegd, als een extra kleur, tijdens het drukken. Vele logo’s maken gebruik van één of meerdere PMS-kleuren, zodat de kleuren van het logo altijd gegarandeerd kunnen worden.

Leuk weetje: Elk jaar wordt er een Pantone kleur van het jaar gekozen. Deze kleur beïnvloedt de trends- en designkleuren van dat jaar.

3. Vector

Je herkent wellicht de volgende frustratie: je vergroot een foto en ziet verschillende vierkantjes of pixels. Een vector is een illustratie die bestaat uit wiskundig berekende lijnen en bevat geen pixels. Hoe groot je de vector ook maakt, de afbeelding zal altijd haarscherp zijn.

Vectorbestanden hebben specifieke extensies: .SVG, .EPS (Encapsulated PostScript), .AI (Adobe Illustrator), .CDR (CorelDraw) of .PDF. Maar let op! Niet elk .EPS of .PDF bestand is een vector afbeelding.

Logo’s, iconen, grafieken, pictogrammen en lijntekeningen zijn de meest uitgelezen toepassingen om vectorieel aan te maken. Vaak worden ze gebruikt op grotere oppervlaktes. Denk maar aan de bestikkering van een auto, vrachtwagen, beach flags, …

4. Resolutie

Foto’s bestaan niet uit vectoren, maar uit beeldpunten. Het aantal aanwezige punten per inch bepaalt de kwaliteit, de resolutie, van een afbeelding. Hoe hoger de resolutie, hoe meer detail je gaat kunnen zien in de foto. Resolutie wordt uitgedrukt in PPI (pixels per inch). Afhankelijk van de grootte van je eindresultaat, zal je een foto nodig hebben waarvan de resolutie een bepaalde minimum PPI heeft.

5. Beeldmerk of woordmerk

Een woordmerk houdt in dat je logo enkel bestaat uit een woord. De bekendste voorbeelden zijn hier Google, Facebook, Philips, Esprit, …
Daarnaast heb je een beeldmerk, dit kan bestaan uit een woordmerk met daarbij een afbeelding of andere grafische elementen.

6. Afloop – Bleed

Deze term wordt enkel gebruikt bij drukwerk. Bleed is de ruimte die we vastleggen buiten onze pagina afmeting waarbinnen ons design moet doorlopen. Na het drukken van ons ontwerp moet het drukwerk worden ‘schoongesneden’ op het eindformaat. Tijdens dit snijden kan onze pagina verschuiven. Deze extra ruimte voorkomt witte randen in ons eindresultaat.

 

7. Typografie

Een term die alles omvat wat hoort bij het opmaken, vormgeven, zetten en drukken van teksten. Lettertypes, witruimte, regelafstand, lettergroottes, kerning, … omvat dit alles. Typografie focust zowel op de leesbaarheid van teksten als de esthetiek van de opmaak.

8. Kerning

Bij de meeste letters zit er een standaard witruimte rondom de letters om deze leesbaar te maken. Bij een combinatie van sommige letters kan het manueel aanpassen van de witruimte tussen de letters noodzakelijk zijn. Dit noemen we kerning. Meestal wordt dit toegepast op letters A, T, V, W en Y en lettercombinaties zoals VA, FA en Te. Hierdoor wordt de witruimte vermindert zodat de letters beter in elkaar passen en er geen vervelende witruimte ontstaat.

9. Padding

Dit is een term die zowel voor web als print gebruikt wordt, en is de ruimte die wordt gebruikt tussen de tekst en het einde van het document, een andere kader, een website, … om ervoor te zorgen dat deze niet tegen de kant of tegen elkaar kleven.

10. Gradient – Verloop

Een verloop is de overgang van de ene kleur naar de andere. Een verloop kan bestaan uit verschillende kleuren. Gradients zijn vaak in een rechte lijn, maar kunnen bijvoorbeeld ook cirkelvormig zijn.

Kende jij deze 10 vaktermen? Dan ben je al een kenner!
Wil je zelf meer aan de slag met het ontwerpen van je brochures, beelden voor social media, …?