Je kent het wel. Eindelijk is dat één ontwerp af, na de honderdste correctieronde. Het document wordt verzonden naar de drukker. Vol verwachting open je de doos en dan… de helft van je ontwerp is afgesneden en de kleuren wijken af. Hoe kan dat nu?! Wanneer je een ontwerp maakt die gedrukt moet worden, zijn er enkele zaken waarmee je rekening moet houden. Want met drukken is het nu eenmaal ‘what you see is not always what you get’. Wij geven je alvast 3 tips.
De kleurmodus van je document is belangrijk voor zowel je drukwerk als je digitaal werk. Kijk altijd eerst na of de documentkleurmodus in je gepast modus staat. Dat wil zeggen als je digitaal werkt, moet dit op RGB-kleur staan. Gaat je ontwerp gedrukt worden, dan pas je dit aan naar CMYK-kleur. Het aanpassen van de documentkleurmodus doe je bij bestand > documentkleurmodus.
Afloop, ook wel bleed genoemd, is de ruimte buiten je pagina. Alles van afbeeldingen tot ingekleurde vormen moet tot aan deze fictieve rand komen. Er zijn verschillende fouten die kunnen optreden bij het drukken: je ontwerp kan schuin gedrukt worden, of de drukker neemt wat meer of minder ruimte om te drukken. Een afloop zorgt ervoor dat er geen witte rand langs je ontwerp zal verschijnen indien er een fout toetreed bij het drukken.
Afloopgebieden kan je meestal toevoegen aan het begin van je document, wanneer je kiest voor een nieuw ontwerp. Ben je deze vergeten toe te voegen, dan kan je dit achteraf nog altijd aanpassen. Ga hiervoor naar bestand > documentinstellingen. Meestal volstaat een afloop van 3mm, maar sommige drukkers vragen 5mm.
Marges kan je een beetje als de tegenhanger van een afloopgebied bekijken. Marges vormen een gebied aan de binnenkant van je ontwerp. Dit toont de ruimte die je kan gebruiken voor alle inhoud. Gebruik dit gebied om alle teksten in te plaatsen. Door te werken met marges ben je er zeker van dat alles wat zich binnen deze lijnen bevindt, niet weggesneden wordt tijdens het drukken. Werken met marges is eveneens belangrijk als je werkt met niet-professionele printers. Het kan gebeuren dat de gewone printer op kantoor niet de volledige pagina afdrukt. Dankzij marges kom je dus niet voor dit soort verrassingen te staan.
Ook marges kan je voordat je aan je ontwerp begint aanpassen. Wil je de marges later nog veranderen? Dan kan dit op dezelfde manier als bij het afloopgebied. Je gaat naar bestand > documentinstellingen. Hoeveel marge je neemt, kies je zelf. De meesten raden aan om een marge van minimum 5mm te gebruiken. Wil je zeker zijn? Dan kies je best voor een grotere marge.
Als je reeds rekening houdt met deze drie zaken, is er weinig kans dat je ontwerp fout gedrukt wordt. Kijk daarom steeds na of je document helemaal drukklaar is. Als je echt gerust op beide oren wilt slapen, dan doe je best daarbovenop nog eens een PDF-check. Maar wat dat is, dat is een heel ander verhaal.
Klaar om jouw grafische skills naar een hoger level te tillen? Praat gerust eens met Geerte.
Let’s talk!